Schilderijen: Hoe worden ze gemaakt?

Een schilderij bestaat uit verschillende delen, ook wel lagen genoemd. Een schilderij bestaat onder andere uit een drager. Een drager wordt meestal gemaakt van hout, textiel of metaal. Na de drager komen de isolatielaag en de grondering. Deze lagen zorgen voor een bescherming van het kunstwerk. Om de absorptie van de grondering te verminderen wordt er nog een afsluit laag aangebracht.

Nadat alle voorgaande stappen zijn verricht begint de kunstenaar met het aanbrengen van een ondertekening. De ondertekening is gewoonlijk een grove schets van het uiteindelijke kunstwerk en is zeer afhankelijk van de kunstenaar. Afhankelijk van de kunstenaar en het kunstwerk kan er nog een imprimatura laag aangebracht worden. De imprimatura laag bindt alle bovenliggende kleurpartijen. Een Imprimatura laag is optioneel en niet op elk schilderij aanwezig.

Nadat alle onderstaande lagen zijn aangebracht kan begonnen worden met het ‘echte’ schilderwerk: de verflaag. De verflaag bestaat uit 2 hoofdbestanddelen, namelijk het pigment en het bindmiddel. Het pigment kan opgedeeld worden in natuurlijke pigmenten en kunstmatige pigmenten. De natuurlijke pigmenten komen uit steen, mineralen, planten en dieren terwijl de kunstmatige pigmenten synthetisch zijn. Het bindmiddel zorgt ervoor dat het pigment aan de drager wordt gebonden. Er zijn naar de geschiedenis gekeken 3 groepen bindmiddelen: waterachtige, harsachtige en olieachtige (vette bindmiddelen).  Tegenwoordig worden echter ook acryl en alkydverf gebruikt.

Nadat de verflaag is aangebracht wordt er tot slot nog een vernislaag aangebracht. De vernislaag zorgt aan de ene kant voor bescherming en zorgt er ook voor dat dat kleuren beter naar voren komen dankzij het glanzende effect. De vernislaag zorgt ervoor dat de kleuren verzadigd worden en het schilderij meer diepte en kracht krijgt.

Bron: https://s3.amazonaws.com/verzekerdebewaring/aflevering_schilderijen.pdf